Bomenrecht
In 2013 heb ik de NDV Basiscursus Dendrologie gevolgd in de Nieuwe Ooster in Amsterdam. Zoals veel deelnemers ben ik de cursus gaan volgen vanuit een zakelijke achtergrond, maar dan wel een achtergrond die weinig mensen verwachten. Ik ben namelijk advocaat van beroep. Sinds 2006 houd ik me als advocaat bezig met het specialisme Bomenrecht. Dit specialisme beslaat een flink aantal onderwerpen, maar altijd spelen bomen de juridische hoofdrol.
De meeste mensen die ik spreek over dit onderwerp denken meteen aan de burengeschillen zoals ook De Rijdende Rechter die behandelt. Natuurlijk zijn ook dat zaken die ik vaak tegenkom. Maar het onderwerp is veel breder. Het gaat bij deze expertise bijvoorbeeld ook om schade en aansprakelijkheid, over kapvergunningen of beleidskwesties bij gemeenten of andere overheden.
Bomenrecht is geen vak dat wordt gedoceerd tijdens de rechtenstudie. Het was voor mij ook geen tevoren uitgestippelde carrière. Zoals veel dingen in het leven was het ook hier toeval dat mij tot dit specialisme bracht. Een goede relatie van mij is boomonderzoeker. Hij vroeg mij ooit mee te werken aan een cursus over Massaria, de ziekte in Platanus, waardoor soms dikke takken snel aangetast kunnen worden en kunnen afbreken. Ik mocht iets vertellen over de juridische aspecten van die ziekte voor de eigenaren van die bomen. Eenmaal in het onderwerp verdiept ontdekte ik zowel de gevarieerdheid ervan als de brede behoefte aan juridische informatie op dit vlak. Toen ik dit specialisme oppakte vonden al snel allerlei dossiers de weg
naar mijn bureau: discussies over teakhoutbeleggingen, schades aan bomen, burengeschillen en veel algemene vragen. Dat laatste was ook de reden waarom ik de website www.bomenrecht.nl heb gelanceerd. Een groot deel van de vragen die bij particulieren speelt kan op die website worden beantwoord. De site wordt inmiddels dan ook goed bezocht.
Burenrecht
Een aantal van de meest voorkomende onderwerpen van het bomenrecht stip ik kort even aan. Het meest tot de verbeelding sprekende onderwerp blijft toch wel het burenrecht. Zowel partijen als buitenstaanders houden er altijd extreme meningen op na; ‘Natuurlijk moet zo’n boom weg’ of ‘het is toch belachelijk dat die boom weg moet’. Genuanceerde uitgangspunten komen weinig voor. Dat is ook één van de redenen waarom de discussies daarover altijd hoog oplaaien. In een aantal artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden zaken geregeld die gelden voor eigenaren van naburige percelen. De voor bomen meest relevante artikelen licht ik hieronder kort toe.
De verboden zone (5:42 BW)
In het BW staat dat in beginsel bomen niet mogen staan in een zone van twee meter vanaf de erfgrens, de zogenaamde ‘verboden zone’. Voor heesters geldt een verboden zone van een halve
meter. Deze regel leidt vaak tot geschillen omdat er nogal wat uitzonderingen zijn. Zo is er de verjaring. Staat de boom al zichtbaar meer dan twintig jaar in de verboden zone, dan verjaart het recht om verwijdering te eisen. Ook kan het zijn dat er in het verleden toestemming is gegeven. Verder kunnen er plaatselijke gewoontes zijn die afwijkende (kleinere) afstanden bepalen. Daarnaast kan de gemeente in de APV de twee meter afstand kleiner bepalen. Soms zelfs tot nihil. In dat laatste geval is er dus, in afwijking van het BW, in die gemeente helemaal geen verboden zone.
Overhangende takken (5:44 BW)
Een grote bron van ergernis voor veel mensen zijn de takken van andermans boom die boven het eigen perceel hangen. In beginsel is dat ook onrechtmatig. Als eigenaar van een perceel heb je recht op het ongestoorde genot van je perceel, ook in verticale zin. Je kunt daarom als eigenaar van het perceel eisen dat de eigenaar van de boom de overhangende takken verwijdert. Wanneer hij dat niet wil doen, dan kun je het afdwingen bij de rechter. Onder voorwaarden mag je ook zelf snoeien. Dat laatste leidt vaak tot geschillen. Veel mensen denken dat je zelf altijd alle overhangende takken, in een rechte lijn omhoog, weg mag snoeien. Dat is niet juist! Je hebt namelijk wel het recht om overhangende takken weg te halen maar dat is niet onbegrensd. Je mag andermans boom niet onherstelbaar vernielen of dood maken. Het weghalen van de helft van de kroon, omdat deze helft boven je perceel hangt, is dus onrechtmatig. Wanneer de buurman dit toch doet, dan kan hij aansprakelijk zijn voor de schade aan de boom. De Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB) heeft een rekenmethode om de hoogte van een dergelijke schade te berekenen.
Onrechtmatige hinder
Een lastige discussie is die over de onrechtmatige hinder. Hinder is namelijk een relatief begrip. Wat voor de één hinder is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Er zijn mensen die geen enkel blaadje of takje van een ander in hun tuin accepteren omdat ze dat hinderlijk vinden. Door anderen wordt weer iedere minuut aan gemiste zonnestralen door de boom van de buurman als onacceptabele hinder ervaren. Niet alle ervaren hinder leidt er echter toe dat een ander zijn boom moet kappen. Maar wanneer wel? De Hoge Raad heeft ooit aangegeven dat het afhangt van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade
in verband met de verdere omstandigheden van het geval. Een redelijke mate van hinder, zoals normale bladval, zal moeten worden geaccepteerd. Pas als de hinder duidelijk zwaarwegend en buitenproportioneel is, zal de hinder ook onrechtmatig zijn en zal de boomeigenaar iets moeten doen om de hinder weg te nemen. Specifieke omstandigheden van het geval kunnen een rol spelen. Wonen de partijen in een bosrijke omgeving of stond de boom er al voor de klagende buren hun huis kochten? In beide gevallen hebben de buren meer hinder te accepteren. Rechters in Nederland nemen hinder niet snel aan. Afgezien van het belang van de eigenaar op bescherming van zijn eigendom, geven de rechters in de jurisprudentie ook aan dat de samenleving gediend is bij de aanwezigheid van bomen. Als hinder te snel leidt tot kap dan zullen er te veel bomen verdwijnen, aldus de rechters.
Schade door bomen
Het komt in Nederland regelmatig voor dat bomen door windworp, stambreuk of uitbrekende takken letsel veroorzaken bij personen of schade veroorzaken aan andermans eigendommen. Eén van de eerste vragen die dan gaat spelen is: wie moet de schade dragen, de eigenaar van de boom of het slachtoffer? Daarbij is het vaak relevant om te bepalen of de eigenaar van de boom aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Niet iedere eigenaar weet dat hij zijn boom regelmatig op veiligheid moet laten controleren en regelmatig moet laten onderhouden. Doet hij dit niet, dan heeft hij niet aan zijn zorgplicht voldaan en kan hij aansprakelijk zijn voor de schade die zijn boom heeft veroorzaakt. Hoe vaak de boom moet worden gecontroleerd en onderhouden is o.a. afhankelijk van de locatie van de boom en de hoogte van de boom. Bomen op risicovolle locaties moeten minstens eenmaal per jaar worden gecontroleerd, op minder risicovolle plaatsen in beginsel eens per drie jaar.
Schade aan bomen
Andersom kan de discussie ook spelen. Als iemand een boom van een ander beschadigt, dan kan het heel goed zijn dat de schade die de boomeigenaar daardoor leidt, door de veroorzaker moet worden vergoed. Bomen hebben namelijk een zekere economische waarde. Een beschadiging kan leiden tot verkorting van de levensduur en dus van waardeverlies. En ook als een boom geheel verloren is gegaan, kan er een schadebedrag berekend worden. Vaak wordt dan gekeken naar de kosten die het met zich meebrengt om een vergelijkbare boom van vergelijkbare omvang op die locatie te krijgen. Denk daarbij aan het aanschaffen van een boom, maar ook de kosten voor jarenlang onderhoud en controle.
Kapvergunningen
En dan zijn er nog de kapvergunning discussies: de eigenaar van een boom wil deze kappen en vindt soms op zijn pad de gemeente, die in sommige gevallen geen vergunning wil verlenen. Of denk aan derden, zoals natuurorganisaties die bezwaar maken tegen een verleende vergunning. Er speelt veel in ‘vergunningenland’. Om te voldoen aan de wens van deregulering en bezuiniging gooien veel gemeenten hun beleid om. Waar eerst voor bijna alle bomen een vergunning moest worden aangevraagd, gebruiken veel gemeenten nu een bomenlijst. Alleen voor de bomen op de lijst is dan een vergunning nodig, de rest kan vergunningvrij worden geveld. Maar ook bij het nieuwe beleid zijn discussie over de kapvergunningen niet verdwenen.
De lijst met juridische onderwerpen kan nog veel langer worden. De Basiscursus Dendrologie was een zeer welkome inhoudelijke aanvulling voor mijn specialisatie. Sommige boomsoorten vereisen bijvoorbeeld een andere mate van controle en onderhoud dan normaal. Andere boomsoorten kunnen een hoger risico op schade opleveren, bijvoorbeeld omdat er sprake is van uitgestelde onverenigbaarheid. Het is ook goed om te weten welke bomen wel en welke niet goed bestand zijn tegen bovengemiddelde snoei. Natuurlijk was de cursus ook erg zinvol voor de communicatie met professionele boompartijen en boomdeskundigen, want ook de bomenwereld heeft zijn eigen jargon. Goede kennis van dendrologie is onontbeerlijk om een echte specialist te zijn op het gebied van bomenrecht. Dat zelfs de rechter zulke kennis nog wel eens ontbeert, blijkt uit de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 21 december 2011. Die schrijft in een zaak over schade door een omgevallen Aesculus hippocastanum over de lamineermot in plaats van de mineermot.